Valencia
Minder bekend dan Barcelona en Madrid is het heerlijke Valencia, gelegen aan de oostkust van Spanje. Valencia is een grote stad met veelzijdige bezienswaardigheden. Valencia ligt aan de Middellandse Zee en heeft een erg groot strand waar je lekker langs kunt fietsen, het formule-1 circuit kunt bekijken of heerlijk kunt ontspannen bij de zee die op de wintermaanden na een aangename zwemtemperatuur heeft.
Het mediterraanse klimaat zorgt ervoor dat de winters nooit veel kouder zijn dan 15 graden overdag. Voor een stedentrip is Valencia dus ook in de winter zeer geschikt als je de kou van Nederland wilt ontvluchten.
Bezienswaardigheden Valencia
Valencia is een leuke bestemming voor een stedentrip en je kan in een paar dagen de verschillende hoogtepunten van de stad makkelijk bezoeken.
bezienswaardigheden In het oude centrum van valencia
Vroeger had de oude binnenstad van Valencia zoals veel andere Spaanse steden een stadsmuur. Inmiddels is daar niet veel meer van te zien, maar twee van de oorspronkelijke twaalf stadspoorten staan nog wel overeind en het is zeker de moeite waard om het centrum een keer binnen te lopen via de Torres de Quart of de Torres de Serranos.
Uiteraard is de oude binnenstad dé plek om de mooie oude gebouwen van Valencia te bekijken. De kathedraal en de stompe toren El Miguelete zijn de iconen van de stad. Ze liggen tussen de pleinen Plaza de la Reina en Plaza de la Virgen. Plaza de la Virgin is het kloppende hart van Valencia. Vanaf de toren hebt je mooi uitzicht over de stad, soms zelfs tot aan de kust.
Ook de Mercado Central is een bijzonder bouwwerk. De prachtige markthal is in Jugenstil-stijl gebouwd en er staan nog steeds allerlei marktkramen. De uitgestalde waren zijn al een feest voor het oog en de mond maar kijk zeker ook eens omhoog naar de constructie van de hal. Dit is een prima plek om een ontbijtje of een picknicklunch bij elkaar te verzamelen.
Tegenover de markt ligt de Lonja de la Seda: de zijdebeurs. Hier werd vroeger zijde verhandeld. Aan het gebouw is goed te zien hoeveel geld daarin omging: het lijkt wel een paleis. Toegang is gratis. Niet ver daarvandaan ligt het Institut Valencià d'Art Modern (IVAM), een prachtig museum voor moderne kunst. Leuk om te bezoeken als je een liefhebber bent of als het weer wat minder is.
Ook mooi is het Palacio del Marques de dos Aguas en het keramiekmuseum. Dit stadspaleis van een zeer welvarende markies is alleen al om de de entree met zijn bijzondere albasten beeldhouwwerk een bezoekje waard. Binnen is de eerste verdieping ingericht zoals die er ten tijde van de markies zelf uit zag.
bario del carmen
Bario del Carmen is een leuke, artistieke wijk. De plek voor hippe winkeltjes en nog niet door toeristen ontdekte eettentjes. Vooral vegetariërs en veganisten doen er goed aan in deze wijk een eettentje te zoeken. Plaza del Ayuntamiento is een prachtig plein omringd door enorme indrukwekkende gebouwen. De jugenstil-gevels komen prachtig uit in de avondverlichting.
Turia
Nadat deze voormalige rivier voor de zoveelste keer overstroomde hebben de Spanjaarden besloten deze om te leggen en er een park van te maken. Zo komt het dat dit 10 kilometer lange park door de stad heen 'stroomt'. In het park Turia is van alles te doen. Je kunt er heerlijk doorheen fietsen, hardlopen, sinaasappels plukken, skateboarden, voetballen, of natuurlijk gewoon op een handdoekje liggen en genieten van de zon.
In de Turia worden heel vaak kleine festiviteiten georganiseerd. Zo hebben ze er zo nu een dan een filmweek, een tapas-proeverij, een internationale markt en andere gezellige bezigheden waar veel bezoekers op af komen. Het is een erg levendig park, het groene hart van de stad.
Ciudad de las Artes y las Ciencias
Deze bijzondere bouwwerken van de wereldberoemde architect Santiago Calatrava zijn allemaal gelegen in het uiteinde van de Turia, in de richting van het strand. Calatrava is onder meer bekend van het nieuwe treinstation in Luik, maar heeft ook bouwwerken in de steden Jeruzalem en Athene ontworpen. De Ciudad de las Artes y las Ciencias is echter zijn meest toonaangevende wapenfeit: de 'stad' bestaat uit zes onderdelen, namelijk L’Umbracle, Palau de les Arts Reina Sofia, L’Oceanogràfic, L’Hemisfèric, het Museu de les Ciències Príncipe Felipe en het Agora en beslaat twee vierkante kilometer. De bouw begon in 1994 en kreeg een budget van 300 miljoen euro, uiteindelijk werd het laatste gebouw in 2009 toegankelijk voor publiek en heeft de stad drie keer zo veel gekost. De bouwwerken zien er vanaf sommige hoeken uit alsof ze prehistorische zeemonsters zijn die uit de aarde omhoog rijzen. Het is met niets anders ter wereld te vergelijken. In de gebouwen kan je het volgende doen:
Palau de las Arts Reina Sofia
Dit operagebouw en performing arts centrum is het meest indrukwekkende gebouw van de stad. Het heeft vier verschillende ruimtes waar voorstellingen gehouden worden.
El Hemisfèric
Hier huist een IMAX-bioscoop, een planetarium en een laserium (een plek waar lasershows gehouden worden). Kaartjes zijn te koop in het wetenschapsmuseum.
Museo de las Cièncias
Dit is het wetenschapsmuseum. Erg leuk om te bezoeken, zeker wanneer je met kinderen op reis bent. Het is een museum waar je alles uit kunt proberen en overal aan mag zitten. Om het prachtige gebouw van binnen te bekijken hoef je geen kaartje te kopen. Je kunt op de begane grond rondwandelen en genieten van het lijnenspel van de bogen. Voor het museum zelf moet je wel entree betalen.
L'Oceanogràfic
Dit is het grootste aquarium en oceanografisch park in de open lucht in Europa. Hier vind je een dolfinarium, een aantal lange tunnels waar je de haaien over je hoofd ziet zwemmen en ze hebben baluga's. Het is een stuk ruimer opgezet dan de gemiddelde Sea World en prachtig vormgegeven.
L'Umbracle
Dit is een botanische tuin met inheemse planten en een beeldengalerij met een goed uitzicht op het gehele complex. In de zomer is hier tevens een discotheek. Op het bovenste buitenterras draaien ze rustige muziek, in de kelder gaat dit meer richting techno. De tuin is niet altijd in zijn geheel open.
Agora
Dit is een overdekt plaza waar muziek- en sportevenementen zoals onder andere het ATP-tennistoernooi en de Valencia Open 500 gehouden worden.
Om bij de Ciudas de las Artes y las Ciencias te komen, kun je simpelweg de Turia aflopen. Het is ook de moeite waard om er 's avonds een keer langs te lopen. Het gebied is prachtig verlicht. Als je verschillende gebouwen wilt bezoeken en geld wilt besparen, kun je een van de beschikbare combipassen halen in plaats van losse kaartjes. Je kunt hier meer over lezen op de website van de CAC.
Bioparc
Het Bioparc is een erg mooie dierentuin gelegen aan de westkant van de stad. Het heeft een wat ruimere en diervriendelijke opzet dan de dierentuinen die we gewend zijn in Nederland. Er zijn veel giraffen, olifanten, luipaarden en apen in alle soorten en maten. Ook zijn er veel kleine dieren waar je vrij dichtbij kunt komen en zo erg leuke foto's kunt maken. Je kunt een bezoek aan dit dierenpark goed combineren met een fietstochtje door de Turia.
Eten en Drinken in valencia
Zoals elke stad in Spanje heeft ook Valencia haar eigen speciale hapjes en drankjes.
Horchata
Dit is een drankje gemaakt van aardamandelen, een soort nootjes, suiker en water. Dit klinkt niet heel aantrekkelijk, maar het is zeker het proberen waard. Je kunt dit drankje het beste vergelijk met een soort zoete, verfrissende melk. Er zijn veel kleine tentjes op straat die ze verkopen, ook zijn er restaurantjes en cafes die wat meer speciale soorten in huis hebben.
Agua de Valencia
Voor de liefhebber van alcoholische dranken kun je naast sangria ook overal Agua de Valencia halen. Dit is een drankje met wodka, cava of champagne, sinaasappelsap en suiker. Ook hebben ze het wat minder bekende Calimocho, dat is een simpele mix van rode wijn en cola.
Paella
Dit nationale gerecht van Spanje komt oorspronkelijk uit Valencia. Paella kan je op veel plekken en in veel verschillende soorten krijgen. Zo heb je de vegetarische variant, een variant met vis, kip, konijn en kip, of andere soorten vlees. In een Paella Valenciana horen bonen en kippen- en konijnenvlees te zitten. Een hele lekkere en betaalbare kun je krijgen op het Plaza de la Reina om het hoekje van de Calle de la Avellanaz. Het barretje heet Kansas en ze hebben er een terrasje.
Naast paella kun je er alles eten wat je maar kunt bedenken. Tapasbar El Pilar schijnt de oudste tapasbar van de stad te zijn. Deze kun je vinden als je de lange straat Calle de Caballeros uitloopt. Op het pleintje Plaza Negrito bevindt zich om de hoek een ander heerlijk restaurant, genaamd Bodeguilla de los Gatos. Hier kun je overheerlijk tapas eten.
Er zijn ook veel dagmenu's, oftewel menu del dia, te verkrijgen. Deze bordjes zie je overal staan en bestaan vaak uit twee gangen, een toetje, wat stokbrood en een glaasje drinken. Het eten is vaak niet bijzonder maar wel lekker en goed voor de grote trek.
Vervoer in en naar valencia
De beste manier om in Valencia te komen is met het vliegtuig. Vueling en Transavia zijn de goedkoopste aanbieders die vanuit Amsterdam in ongeveer 2 uur rechtstreeks naar Valencia vliegen. Onder Valencia Airport bevindt zich een metrostation. Een rit van de luchthaven tot aan de rand van het oude centrum duurt een kwartiertje. Met deze metrolijn kun je in vrijwel de hele stad komen, behalve in het oude stadscentrum. Dit centrum is niet zo groot; je kan er makkelijk te voet alles bezoeken vanuit de metrostations die eromheen liggen.
De metro van Valencia is erg handig en vertrekt iedere 10 minuten naar veel plekken in de stad en omstreken. Voor toegang tot de metro kun je verschillende kaartjes kopen, kijk hierbij goed naar de zone waarin je uitstaphalte zich bevindt zodat je het juiste kaartje koopt. Het vliegveld bevindt zich in zone B en hiervoor heb je bijvoorbeeld een duurder kaartje voor nodig. Let hier vooral op als je weer teruggaat naar het vliegveld, zonder geldig B kaartje kun je namelijk niet uitstappen.
De buitenwijken bevinden zich in zone C, maar deze zul je als toerist naar alle waarschijnlijkheid niet gaan bezoeken. Het overgrote deel van de toeristische attracties, zoals de oude binnenstad, liggen in zone A. Hiervoor kun je een enkeltje, retourtje of een pas voor 10 metroritten aanschaffen. Als je vaak met de metro gaat, is zo'n pas in verhouding goedkoper.
Voor wie 's nachts nog wil uitgaan zijn er overal taxi's te vinden die je vaak voor niet meer dan 6 euro thuisbrengen. Dit is het minimum tarief voor de nachtelijke uurtjes maar je komt daar bijna nooit bovenuit. Taxi's staan overdag ook ter beschikking maar door het goede metronetwerk is dit eigenlijk verspilling van je geld.
Valencia heeft ook voldoende buslijnen. Bij de haltes zijn redelijk duidelijke kaartjes te vinden met de routes. Voor een bezoek aan de Ciudad de las Artes y las Ciencias (de Stad van de Kunst en Wetenschap) is het handig om zo'n bus te pakken als je niet zo van wandelen of fietsen met een huurfiets houdt. Uiteraard is er ook een rode toeristen hop on hop of bus. Altijd leuk om te doen, maar veel duurder dan de stadsbussen.
Fietsen zijn op een aantal plekken te huur en er is ook een zogenaamd witte fietsen systeem. Valencia is plat en heeft veel fietspaden waardoor fietsen een goede manier is om overal te komen.