Ondanks de 800 kilometer lange kustlijn hoef je niet te verwachten dat je in Portugal alleen op het strand zult liggen bakken. Met een beetje geluk spot je een wilde dolfijn of zwem je tussen de imposante rotsen die metershoog boven het water uitsteken om daarna het binnenland in te duiken.
Meer richting het noorden zul je zien dat Portugal niet alleen maar uit droge stukken land bestaat. De bedrijvigheid merk je vooral in grote steden als Lissabon en Porto, maar sla ook zeker geen pittoreske plaatsjes over op je weg daar naartoe. De stijlvolle stad Évora zit daar mooi tussenin en het centrum ervan staat zelfs op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nabij de grens met Spanje bevindt zich Peneda-Gerês, het oudste nationaal park van Portugal, waar je reeën, everzwijnen en wolven tegen het lijf kan lopen.
Het leven in dit Zuid-Europese land speelt zich vooral op straat af. Tot laat in de avond loopt jong en oud op straat en wordt er flink gedanst en gegeten. Want eten is immers van grote waarde in de Portugese cultuur. Even wennen zal die dagindeling wel zijn, maar daarna kun je er vast niet genoeg van krijgen.