De taal op de Filipijnen
In 1946 werd het Tagalog tot nationale taal uitgeroepen van de Filipijnen. Om de andere bevolkingsgroepen niet te zeer voor het hoofd te stoten, werd in 1959 de naam van de officiële taal veranderd in ‘Pilipino’ en aangevuld met het vocabulaire van enkele regio’s.
Vanaf 1973 werd de nationale taal wéér van naam veranderd: ‘Filipino’.
Vanaf 1978 wordt het Filipino verplicht onderwezen op de scholen en beheerst meer dan de helft van de bevolking deze taal. Het Engels wordt als een officiële tweede taal gebruikt, vooral door de overheid, in het onderwijs en als handelstaal. Veel mensen in de Filipijnen spreken dan ook Engels.Van mensen die in het toerisme werken kan je helemaal vanuit gaan dat ze de taal goed beheersen.
Gezien het aantal inwoners is de Filipijnen zelfs de derde Engelssprekende natie ter wereld. Lessen op universiteiten en in "college" worden vaak volledig in het Engels gesproken.
Het is hierdoor als reiziger erg makkelijk door het land te reizen. Er is vrijwel altijd iemand in de buurt die je in het Engels te woord kan staan. Filipino's zijn vaak erg geïnteresseerd in hoe het er in ons leven aan toe gaat en vinden het leuk om een gesprek met je te voeren. Er komen relatief weinig Nederlanders of Belgen in het land ga er dan ook niet vanuit dat ze weten waar ons land zich bevind.
Het Spaans wordt alleen nog door een kleine elitegroep gebruikt
Op de Filipijnen komen nog ca. 80 inheemse talen en dialecten voor. Het oorspronkelijke Tagalog en het Cebuano wordt door ongeveer een kwart van de bevolking gesproken. Andere inheemse talen zijn: Ilocano, Ilongo of Hiligaynon, Bicol en Waray-waray..